Het was november 2015, mijn dochter sloot een studieperiode in Canterbury af met een paar dagen Londen en wat was er logischer dan dat ik haar zou gaan ophalen en we samen nog een paar Britse dagen zouden doorbrengen? Precies. Heerlijk. Dus belde ik naar het pension van Julitta of ze nog plek voor ons had en boekte voor het eerst een vlucht vanuit Eelde. Om aan het einde van die novembermaand in een brommend en knorrend vliegtuigje de oversteek te maken. In de maanden voorafgaand aan dit bezoek had ik al wat meer gelezen over de vader van onze schrijver en wat ik las maakte me des te nieuwsgieriger. Hij moet een bijzonder mens geweest zijn. Zijn er nog sporen van hem te vinden, is er bijvoorbeeld nog een graf? Zou het lukken om de kerk waar hij preekte en een geloofsgemeenschap leidde te vinden? Het woonhuis misschien, waar Josua Schwartz samen met zijn broers, zusjes en ouders woonde? Waarvandaan hij naar school ging, Engels leerde en zo de voedingsbodem voor een later leven als Engelse auteur kweekte? En die school dan, zou die er nog zijn? Questions, zoveel vragen, en dan speuren naar de antwoorden.
Het zoeken naar informatie valt waarachtig niet mee. Ik heb in deze fase uren zitten puzzelen achter mijn laptop thuis, of in Londen met een meegereisde iPad. Er staat natuurlijk heel veel informatie op het internet, maar het vraagt geduld en volharding om via steeds nieuwe zoekvragen en het doorzoeken na gevonden informatie uiteindelijk steeds kleine puzzelstukjes te vinden. En waarom ik dat wilde? Tja, het zoekvirus had me bepaald te pakken. Ik was en ben er van overtuigd dat er nog veel te leren valt, nog veel aan inzicht te winnen. En dat dit juist kan door een weg te bewandelen die door Maartens zelf en na zijn dood door zijn familie werd geblokkeerd: via informatie over zijn leven. Schrijver en persoon werden strikt van elkaar gescheiden, ik wil ze weer dichter bij elkaar brengen. Omdat dat boeiend is, inzicht kan geven en ons dus verder helpen in het begrip van Maartens’ werk en de periode in de geschiedenis waarin hij leefde. Ter lering ende vermaeck. Het moet gezegd, ik vermaak me hier oprecht mee. En leerzaam is het ook.
Wat me op weg hielp was de biografie over Ridley Herschell. *) Charles Schwartz had een beroep gekregen voor Trinity Church in John Street, vlakbij Edgware Road, om zijn vriend Ridley Herschell, wiens krachten afnamen, op te volgen. In die biografie las ik dat deze na zijn dood begraven was op Kensal Green Cemetery. En over Carl Schwartz, dat deze na zijn onverwachte dood vlakbij Herschell begraven is. Dat betekende dat ik naar het graf van Herschell op Kensal Green Cemetery wilde gaan en daar verder zoeken naar het graf van Charles Schwartz. Voor deze trip in het late najaar van 2015 een mooi doel.
Op maandag 23 november gingen we bijtijds op pad. Mijn dochter met haar smartphone in de aanslag, waarop bussen en wandelroutes goed te vinden waren middels een app. Voor mij een noviteit en heerlijk ontspannen. We liepen naar Kensington Park Road en namen de bus naar Kensal Green Cemetery, een begraafplaats die even voor 1840 samen met een aantal andere rond London werd aangelegd om de overbevolkte begraafplaatsen in de stad te ontlasten. Een lekkere herfstzon en mooi laag licht zorgden voor een rustige, serene sfeer. Ik vond het ook spannend, deze zoektocht naar een graf uit 1870. Gelukkig vonden we het graf van Herschell snel, vlak bij de hoofdingang. Een beschrijving in de biografie hielp daarbij goed. Maar het graf van Schwartz was tussen al die oude graven lastig te vinden. Paden tussen de graven waren zo goed als verdwenen, veel opschriften ook. Dus dwaalden we wat en zochten in steeds grotere cirkels om het graf van Herschell heen. Tot het moment, waarop ik lopend langs een oud graf er ineens tot over mijn enkels inzakte en languit ging, langs de rand van de steen. Creepy! Ik realiseerde me, dat na zo’n lange tijd lichaam en kist onderin het graf ingeklonken en verteerd zouden zijn en ik in feite geluk had gehad dat dit niet eerder gebeurd was. Maar dit was wel de limit, mijn fantasie draait overuren op zo’n moment en het deed nog zeer ook. Dus was het tijd voor een andere aanpak.
Die kwam bijna op datzelfde moment aanwandelen in de vorm van een vriendelijke heer. Hij verwees ons door naar een kantoor, rechts van de hoofdingang, waar een aardige dame voor dit soort vragen klaar zat. Gelukkig wist ik de sterfdatum van Charles Schwartz: 24 augustus 1870. Het duurde maar even of ze kwam te voorschijn met een oud en dik rood boek en een kopie van een oude kaart. En daar stond het: Rev Charles Schwartz, overleden 1870, toegewezen op 26 augustus, begraven 6 voet en 6 inch diep, in een graf dat 3 pond en 3 shilling kostte, in de oostelijke afdeling. Er heeft een kruis op het graf gestaan. Op zo’n moment komt het heel dichtbij. Zeker ook, omdat ik niet lang daarvoor mijn eigen vader naar zijn laatste rustplaats had gebracht.
Met de kopie van de kaart in de hand gingen we opnieuw op zoek. Sectie 9. Kijk, dat is daar. Ook hier zijn de paden verdwenen, het is voorzichtig lopen geblazen. Verbazing! Een kale steen, geen naam, niks. Ook geen kruis. Klopt dit wel? Wat een contrast met het praalgraf van Herschell. Nog eens goed kijken: klopt het met de omringende graven? Zijn daar wel namen, gedenktekens en dergelijke overgebleven? Links naast hem: Krajewska. Ja, dat klopt. Walker aan zijn hoofdeind. Dan moet dit het wel zijn.
We veegden blad weg. en vonden niets dan een platte hoofdsteen. Zonder iets. Geen naam, geen symbolen, niks. Stilte en eeuwigheid en een zeer bescheiden plek op een prachtige, sfeervolle begraafplaats. Klopt het wel? Hebben we goed gezocht? We dachten van wel, maar hebben het niet meer nagevraagd, op dat moment leek er geen andere conclusie te trekken. Het jeukte wel een beetje,en dat doet het eigenlijk nog steeds.
De meest directe bron voor zijn sterven is een biografie, die kort na zijn dood uitkwam en geschreven was door zijn vriend Abraham Capadose. **). Ik citeer, zodat we de sfeer kunnen proeven van die begrafenis uit directe bron: “Met een dankbaar hart keerde hij naar Londen terug, en het was een groot genot voor de zijnen, hem zoo gelukkig en voldaan te zien huiswaarts keeren. Zoodra hij te huis was gekomen, zette hij zich aan den arbeid. (…) Hij wist, dat hij ging sterven, en knielde een oogenblik neder om te bidden; na zeer korten strijd sliep hij in aan Jezus hart. Wij betreuren zijn verlies, maar met dankzegging, en met de blijde en heerlijke verwachting van zijn zaligheid. De dienst werd in “Palace Garden” waargenomen door den Weleerw. G.Carlyle en zijn schoonbroeder. Aan zijn graf — waar een aantal vrienden, waaronder vele predikanten van verschillende afdeelingen aanwezig waren — hield Dr.Chalmers een zeer indrukwekkende en troostvolle toespraak en Dr.Taylor van het Joodsche Commite der Engelsche Presbyteriaansche kerk, bracht in een warm smeekgebed de behoeften en wenschen der treurende schare tot God. Wij zagen met belangstelling, dat het graf van Dr.Schwartz gedolven is naast dat van de Wel-Eerw.Ridley Herschell, dien hij jaren lang gekend en liefgehad heeft. ”
Wat blijft zijn vragen. Klopt de kaart? Of is mijn idee van ‘dichtbij’ een ander dan dat van Capadose? Relatief was het zeker dichtbij, gezien de grootte van deze begraafplaats. Overleed hij aan een hartstilstand? Het lijkt er wel op. Maar wat was hij nog jong. Na een intensief geleefd leven bleef hij achter op deze begraafplaats. Zijn dood was onverwacht gekomen. Zijn vrouw en in ieder geval de jongste vier kinderen verlieten Londen, nadat zij nog heel wat zaken voor hem had afgewikkeld.
Wij liepen nog een poos rond op Kensal Green Cemetery. Het is een bijzonder park, waar oude graven met rust worden gelaten, vele culturen en grafrituelen een plekje vinden en nog steeds mensen hun laatste rustplek vinden, in een nieuw deel of tussen oude graven. Het is er mooi. Eekhoorns ruimen eetbare rommel op, er is zorg van mensen voor een verzorgd graf van een dierbare.Ik kan me helemaal vinden in de beschrijving van Ian Nairn: “A fantastic private world, open to all for the price of a bus ride down the Harrow Road. The main avenues are trim, the by-ways are a winding wilderness with tombs of every size and style peering out from the grass and trees. (….) It is such a friendly piece of melancholy, dust to dust in the gentlest sense, with ragwort and cow parsley covering up all those nineteenth century bones. Nothing eerie, and none of the sense of being buried by numbers which you get in today’s cemeteries: the original designers knew what they were doing both in the Picturesque layout and more unexpectedly in the Grecian chapel, up to the best academic standards of the time (…). ***)
Na dit bijzondere avontuur was het tijd voor een museum en een flinke kop thee. In de bus kon ik mooi nadenken over mijn volgende zoektocht in Londen. Kerk, huis, school? We gaan het zien.
*) Geoffrey Henderson, All Love- A Biography of RIdley Herschell. UK 2006. ISBN 978-0-9555304-0-1.
**) Dr.Capadose, Ter gedachtenis aan Dr. Carl Schwartz. ‘s- Gravenhage, 7 november 1870
***) Ian Nairn, Nairn’s London. Penguin Classics 1966. Ed. 2014, London, UK.
Bovendien: Capitool reisgids Londen, Houten 2007.
Dr.W.de Greef, Carl A.F. Schwartz. In de serie: Vergeten eerstelingen,Monografieën van Messiasbelijdende joden. Leiden 1990.
Nawoord.
Om iets meer te begrijpen van de rituelen rond begraven in het victoriaanse Engeland, las ik Vallende Engelen van Tracey Chevalier. ( ‘s-Gravenhage 2002, oorspronkelijk Falling Angels) . Chevalier doet uitgebreid onderzoek voor ze haar romans schrijft, ze brengt de door haar gekozen periode in de geschiedenis zo getrouw mogelijk naar voren. Een lezersvriendelijke manier om meer te weten te komen over deze tijd en dit onderwerp. Queen Victoria is overleden, een nieuw tijdperk treedt aan en twee families en een kerkhof in London zijn het onderwerp van deze roman, waarin cultuurverschillen tussen milieus en een verschuivend tijdsbeeld de gebeurtenissen kleuren. Het lijkt normaal geweest te zijn, dat het naar hun graf brengen van overleden familieleden mannenwerk is. Vrouwen en kinderen bleven thuis.
een boeiend relaas van deze zoektocht, prachtige sfeervolle foto’s van de begraafplaats. Als Capadose schrijft dat Carl Schwartz naast Herschel werd begraven, dan moet het wel heel dichtbij dat praalgraf zijn geweest.
Zou joost bij zijn vele latere bezoeken aan Londen, dat graf van zijn vader hebben bezocht?
Dat lijkt waarschijnlijk.
Ik werd door mijn zuster Marie Kranendonk op uw interessante blog geattendeerd. Over Carl Schwartz is veel geschreven. Ada van der Poorten Schwartz, dochter van Josua, (Joost), alias Maarten Maartens, redacteerde “The Letters of Maarten Maartens,” in 1939, en het is merkwaardig dat er niets beschreven is over MM’s verhouding met zijn ouders en broers en zusters. Uw onderzoek is derhalve bizonder gewaardeerd en belangrijk om de gaten in onze overlevering omtrent deze voorvaderen/ouders in te vullen.
Ik heb Maarten Maartens’ dertien romannen en zo’n dertig plus korte verhalen in twee delen samengevat:
MAARTEN MAARTENS REDISCOVERED – NON-FICTION: MOST POPULAR DUTCH AUTHOR ABROAD Part I-II. Kirkus: “An..alluring retelling of the works of an obscure author.”
http://amzn.to/1J51uw7
http://amzn.to/1ZU2vBd
http://johnschwartzauthor.com
Het lijkt mij ook waarschijnlijk dat Joost nog eens is terug geweest. Helaas heb ik geen bronnen tot mijn beschikking waaruit dat blijkt. Misschien zijn er in de notitieboeken aantekeningen te vinden? Dat zouden we natuurlijk uit kunnen zoeken.
Fijn dat het verhaal ook boeiend leest, het bezoek was dat zeker. Wat lastig was bij het zoeken is,dat bij veel hoofdstenen en liggende stenen de teksten/ letters verdwenen zijn. Er is geen reden om aan te nemen dat de kaart niet klopt, dus het graf dat we vonden is toch met grote waarschijnlijkheid dat van Carl/ Charles Schwartz. Ik zou natuurlijk nog eens terug kunnen gaan 🙂
Dag John Schwartz, thanks. Dank voor je reactie, helemaal uit de VS! Ja, ik denk dat Ada de Letters stevig heeft geredigeerd om juist de familie er grotendeels uit te schrijven.
Van jouw werk en uitgaven ben ik me bewust, fantastisch dat je dat gedaan hebt en zo Maartens voor een Amerikaans lezerspubliek weer toegankelijk maakte. Ik hoop je uitgaven bij Marie in te kunnen zien, als ik bij haar op de thee kom.