Onderzoek 1984-1986

In de jaren 1984- 1986 schreef een jonge studente aan wat toen de Katholieke Universiteit Nijmegen heette (nu Radboud Universiteit) haar doctoraalscriptie.  De studie Nederlands, daar deed een gemiddelde student toen 6 jaar over. Zij deed dat zeker, want ze genoot van studeren. De doctoraalfase van de studie ( master) besloeg 2 jaar en bestond voor een belangrijk deel uit het onder begeleiding doen van een onderzoek. Voor haar onderzoek koos Agnes Licht de schrijver Maarten Maartens om af te kunnen studeren bij de richting negentiende-eeuwse letterkunde onder begeleiding van Nop Maas.

Het was bij De Gelderse Boekhandel in Arnhem dat ze Maartens tegen was gekomen, in 1979, haar eindexamenjaar. Op grote stapels lagen daar ‘De dwaas Gods’ en ‘Vrouwen die ik heb gekend’ in de ramsj. Fijne boeken, met een fraaie omslag en een de nieuwsgierigheid prikkelende tekst daarop, die verhaalde over een opzienbarende herontdekking uit de negentiende eeuw, en over één van de grootste fouten uit de literatuurgeschiedenis: dat deze schrijver vergeten is. De thema’s, vrouwen en een dwaas die vaag deed denken aan Dostojevski’s Idioot, ook fijn. Zeker als je als achttienjarige veel kommer en kwel uit de (na)oorlogse periode moet lezen voor je lijst. Over die periode sprong ze graag heen, met een grote sprong verder de geschiedenis in op zoek naar meer romantiek en een goed verteld verhaal. Toch kwam het er toen nog niet van, de leeslijst van het vwo was te dwingend en richting gevend. Met weinig ruimte voor eigen literaire belangstelling.

Die sprong nam ze pas echt tijdens de doctoraalfase.  De keuze voor de negentiende eeuw was gauw gemaakt. Ja, het fin de siècle, want we leefden zelf ook in een fin de siècle, op weg naar het jaar 2000. Hoe boeiend was het om te ervaren hoe het er honderd jaar geleden aan toe ging, ook op de rand van een millennium.  Ja, de docent:  Nop Maas was een serieuze onderzoeker van wie ze dacht veel te kunnen leren. En dan vooral: een vak.

Het is nauw samenleven hoor, twee jaar lang met het leven, de ideeënwereld en zoveel mogelijk romans en verhalen van één auteur. Na twee jaar lezen, heel veel lezen en: zoeken, vragen, dubben, schrijven, doorstrepen en weer opnieuw beginnen……. Leren typen, nog even een bijvak Engelse literatuur doen, een onderwijsaantekening halen, kwartjes sparen voor de telefooncel op de hoek, telefoongesprekken voeren met antiquariaten in den lande, een nieuwe tweedehandse elektrische typemachine leren bedienen, overleggen met medestudenten, het bezoeken van bibliotheken en vooral het Maarten Maartenshuis in Doorn….. was daar dan: de scriptie. De neerslag van lezen en leren, maar ook van een band die onderwijl gesmeed was tussen een reeds lang overleden auteur en een jonge studente.

‘Ga je verder?’, vroegen collega negentiende-eeuwers me tijdens mijn feestje? ‘Ga je verder? het is bijzonder wat je deed.’ Nee, verdergaan deed ik toen niet. Mijn grootste wens was: aan het werk als docent en samen met mijn partner een goede basis voor een gezin  leggen. Ik wilde eerst zèlf leven, voordat ik me verder over het leven van anderen boog. Dus kwam de scriptie in de kast te staan en ontvouwde het leven zich op andere wijze. Anderen gingen wel verder, er was aandacht voor Maartens uit wetenschappelijke hoek en de stichting beheerde zijn nalatenschap.

Nu, ja, nu gaat ze verder. Ze gaat verder als Mevrouw B. Een soort optelsom van de studente Agnes Licht met vijftien jaar onderwijservaring op 9 scholen, dertig jaar levenservaring met eigen kinderen en een atelier. Er is heel veel veranderd in de wetenschap, in het onderwijs en in de onderzoeksmethoden. Ter illustratie daarvan sluit ik af met twee dingen. Een filmpje van het Groninger zang- en cabaretduo Pé Daalemmer en Rooie Rinus, over de rol van de bibliothecaris. Ten tweede de notitie, dat ik gisteren een tweede kaartenbak heb aangeschaft om opnieuw een systeem  op te zetten. Daar blijkt nog geen geen simpele en praktische app voor te zijn. Na het vullen van een aantal losse schriften met aantekeningen dreig ik de draad kwijt te raken met het terug vinden van gegevens. Er zijn dus nog methodes van onderzoek die na 30 jaar in alle eenvoud staan als een huis! De systeemkaartenbak.

Voor nu, veel luisterplezier met  de De bibliothecaris:

https://www.youtube.com/watch?v=F9Eri_EUYwk

 

 

PS. Over de inhoud van de scriptie zal ik tzt nog vertellen en schrijven. Waarschijnlijk per hoofdstuk. Daarbij hoop ik dan ook de scriptie als pdf aan het verhaal te kunnen hangen. Voor de lezer die geïnteresseerd is in meer dan een blogbericht.

 

Mevrouw B

“Jezelf, wie is dat?

Je hebt zoveel lagen in je,

zoveel afsplitsingen,

zo veel zelven,

dat je nooit weet:

welke zal ik vandaag

eens kiezen? ” (Annie M.G. Schmidt)

 

Thuis, in  mijn dagelijkse leven, zijn er al heel wat rollen te vervullen. Mijn werk roept een ander deel van mens zijn wakker.

Het herinnert aan de dagen waarin ik me, na jaren niet voor de klas gestaan te hebben, van de hei in Schipborg liet plukken om de rol van docent weer op me te nemen. Dit was in het voorjaar van 2011. Ik was blij en trots dat ik die rol weer mocht vervullen. Ze noemden me Mevrouw, daar op die school in Oost-Groningen. En ik vond het een eretitel, die stond voor het vertrouwen dat ik kreeg om jongeren te begeleiden in hun (taal)ontwikkeling. Met veel warmte denk ik terug aan de leerlingen die ik daar had, en later ook hier aan mijn bureau als bijlesleerling of tijdelijk op een andere school. Het schrijven aan deze site doe ik als mevrouw B, wat een samenvatting is van al die afkortingen die op de administraties van scholen worden verzonnen op basis van je achternaam. En  ik draag hem met trots. Ik hoop dat deze naam zal inspireren om te vertellen over de wereld van Maartens, in te wijden in een denkwijze en een stuk geschiedenis. Op de manier waarop ik dat zo graag deed in de literatuurlessen op school. Vanuit vragen, niet vanuit antwoorden. Een interessante vraag is immers oneindig veel interessanter dan een antwoord, dat zomaar deuren sluiten kan. Ik hoop plezier in de zoektocht over te dragen, en ook dat er misschien stiekem een enkele leerling of lezer aangeraakt zal worden. Op school vroeg een enkele collega me wel: waar doe je dat nou voor, al die moeite, parels voor de zwijnen? In alle vermoeidheid van een schoolbestaan, eerlijk is eerlijk, voelde wat wel eens zo. Toch bleef het heilig moeten. Voor de enkeling die aangeraakt wordt, in jouw klas. En weet: ik ben niet alleen! Voor die studie Neerlandistiek die zo uitgekleed is dat er zo weinig meer over is van die enorme rijkdom aan inhoud en speurtochten. Nu klink ik vast oud en dat ben ik ook al een beetje. Maar ik ben er vast van overtuigd dat taalbeheersing een middel is tot iets anders (beter communiceren bijvoorbeeld) en geen doel op zich. Mijn doel is de liefde voor dit vak, en ik hoop voldoende taalbeheersing en kennis van de literatuur en geschiedenis over te kunnen dragen om dit vrijwillig op me genomen werk waardig te zijn. In Maarten Maartens vond ik een zielsverwant met zo’n boeiend schrijversbestaan, dat hij al mijn tijd en aandacht zeer waard is.

“Work is love made visisble.”, zo staat er op die laatste steen die getuigt van het aardse leven van Joost M.W. van de Poorten Schwartz. En zo is het maar net.