Hoe krijgt een mens een beeld van het leven van andere mensen in een ander tijdperk? Zeker ook door te kijken, schilderijen te bekijken en de verhalen van kenners daarbij te lezen of beluisteren. Ik zit af en toe met Jeremy Paxman’s “The Victorians, Britain through the Paintings of the Age” op schoot. *). Bovenstaand schilderij, The Bank and the Royal Exchange uit 1887 laat ons een druk uur in de Londense binnenstad zien. Een volle omnibus, karren met vracht, wandelaars op de stoepen, een politieman die een bedelend meisje met een jonger kind op de arm berispt.
Paxman vertelt hoe dit schilderij ons laat zien dat de burgerij zich bewust was van het lot van de armen en dit hen juist inspireerde tot meer en harder werken. Armoede was een vreselijk lot,dat iedereen kon treffen. Arm en rijk leefden dicht bij elkaar. Er had zich in die tijd ook een nieuw bewustzijn onder de mensen verspreid, dat laten andere schilderijen met stadsleven en burgers ons zien. Dat was het gevoel, dat die drukke stad met al zijn lawaai, rook en mensenmassa’s toch niet zo’n nachtmerrie was als men eerder dacht, als je er maar aan gewend was.
De British Bee Hive van George Cruikshank (1840) *) toont ons de Britse maatschappij in de negentiende eeuw, de victoriaanse tijd waarin Queen Victoria regeerde. De Queen was een leeftijdgenoot van Maartens’ vader, en regeerde vanaf 1837 het Britse Rijk. Het werk laat ons goed zien hoe de Victorians zich hun eigen wereld voorstelden: als een bijenkorf met een eigen positie voor een ieder op de sociale ladder volgens een strikte hiërarchie.. De koninklijke familie bovenaan, gevolgd door de adel, de kerk (‘all religious denominations,’/ alle kerkelijke richtingen), wetenschap, kunsten en ambachten, de boerenstand en de industrie en uiteindelijk het werkhuis als sociale onderlaag. Het was een wereld die aan verandering onderhevig was, er ontstond met de groeiende industrie en handel een hele nieuwe klasse van nieuwe rijken. De nouveau riche infiltreerde in de oude orde, daagde gegoede burgerij en aristocratie uit en er ontstonden nieuwe verhoudingen, die zowel in de nieuwbouw in de stad als in het sociale leven merkbaar waren. In deze tijd groeide de schepper van Maarten Maartens en zijn romans en verhalen op, deels in London en deels in Nederland, waar de invloed van Engeland voelbaar was. In de nadagen van Victoria publiceerde hij zijn eerste werk, en hij ging door met publiceren in de Edwardian tijd, die begon na de dood van de Queen in 1901, toen haar zoon als King Eduard op de troon zat en er een andere, frissere wind waaide in het VK.
Ik wil graag nog eens naar het Victoria and Albert Museum om dit werk in het echt te zien, bij deze print heb ik een vergrootglas nodig. Wat de afbeelding wel goed laat zien: de Schwartzen hadden het niet slecht op de maatschappelijk ladder, daar in het VK. Vader Charles moet aanzien genoten hebben, met zijn beroep zo hoog in de korf en op gelijke hoogte met de rechterlijke macht. In morele zin waren dominees natuurlijk ook leiders.
Er zitten absoluut humoristische kanten aan Cruikshanks visie. Nadere bestudering met het vergrootglas is een aangenaam tijdverdrijf. De Bank van de rijken der aarde bijvoorbeeld, bevindt zich bijna onderaan. Het ego van de gemiddelde bankier, zoals we dat kenden en kennen, was toen in geen verhouding met zijn maatschappelijke status. Met een verse herinnering aan Jane Austen’s Persuasion, zie ik het leger en de marine daar nog onder, op gelijk niveau met het werkhuis. Geen wonder dat de snobistische vader van Anne Elliott haar liefde voor de marineman captain Wentworth niet zag zitten. Met deze afbeelding in de hand kun je romans en verhalen anders, misschien beter gaan begrijpen, voor zover de setting Brits is. Maartens schreef voornamelijk over Hollandse milieus en de vraag is nu natuurlijk, in hoeverre Engeland en Holland qua sociale ordening op elkaar leken. (notitie maken —> historica met kennis van deze dingen op de thee vragen).
De Londense periode is belangrijk geweest voor het gezin Schwartz en de ontwikkeling van Josua. Zoveel betekenden die tijd en taal, dat het gezin in de jaren na Londen thuis Engels bleef spreken. Zonder het overlijden van Carl Schwartz was er vast ook geen einde gekomen aan het wonen, werken, schoolgaan en studeren in die stad. Na het schrijven van 2 verhalen met Londen in de hoofdrol, ben ik nog niet klaar. Er liggen vragen te wachten en er zijn vragen bijgekomen. Niet eerder heeft een onderzoeker van Maartens veel aandacht aan die periode geschonken, daarom ga ik graag door met zoeken en liefst ook: vinden.
Toen het gezin Schwartz in 1864 naar Londen ging, was Joost 6 jaar en zijn broertje Johannes 8. Joost werd Josua, in feite zijn doopnaam. En Johannes werd John. De oudere broers Alexander en Carl waren respectievelijk 19 en 16. Waar gingen de jongens naar school? Carl ging mee, dat weet ik.**) Alexander ook? In die tijd was het gebruikelijk dat jongens uit de betere klassen naar school gingen en meisjes of door een capabele moeder of door een gouvernante werden opgevoed en onderwezen. De kans dat Josua’s zusjes Lizzy (8) en Mary ( 2) thuis onderwijs kregen is groot. Nou ja, Mary speelde waarschijnlijk vooral, dreumes die ze was. Josua en John gingen naar een school, daar is bewijs van. Het vinden van die school blijkt niet heel gemakkelijk te zijn. Scholen houden op te bestaan of gaan samen met andere, ze verhuizen van adres of veranderen van naam. Straten verdwijnen door herinrichting van de stad of een bombardement. Ik zal dus de geschiedenisboeken in moeten, wil ik meer te weten komen. Deze eerste vraag staat: op welke school zat Josua en kunnen we die nog bezoeken?
Waar woonde het gezin? De locatie van het woonhuis, waarvoor ik nu 2 bronnen heb, is niet gemakkelijk terug te vinden. Ook voor deze tweede vraag geldt: de boeken in en het wereldwijde web op, misschien toch nog weer eens naar Londen en dan een archief in. Voor het beantwoorden van deze vragen is een wat langere tijd nodig. Ze behoeven fondsen of een helpende hand in de UK. Maar ach, het vinden van het graf van Carl Schwartz en de Trinity Church was ook niet heel eenvoudig, maar wel heel leerzaam. En uiteindelijk is het gelukt.
Een nieuwe, derde, vraag borrelde ook op, die werd gevoed door contact met ‘mijn’ victoriaanse boekhandelaar in de UK, die onder andere kinderboeken verkoopt. ***) Welke kinderboeken zou de jonge lezer Joost hebben gelezen? Wat was er populair in die dagen? En welke kinderboeken pasten er speciaal binnen de religieuze denk- en leefwereld van zijn ouders? De immer geduldige kenner van de victoriaanse literatuur stond me bij, onderwees me, gaf tips. Ik heb inmiddels wat werkjes liggen en ga daar te zijner tijd mee in de tuin onder een boom liggen. Pot thee erbij, en laat mij maar lekker onderzoeken. Vanzelfsprekend ben ik heel benieuwd of ik nog verrassingen tegenkom in die victoriaanse kinderboeken.
Na die kindertijd kwam een volwassen leven. Schwartz werd Van der Poorten Schwartz en zijn alter ego Maarten Maartens werd in het leven geroepen. Omdat zijn eerste roman, The sin of Joost Avelingh, hem al bekendheid bracht en volgende feuilletons, romans en verhalen die bekendheid versterkten, reisde Maartens met regelmaat naar Londen en maakte daar deel uit van een cultureel leven. Wie waren zijn vrienden en bekenden? Waar verbleef hij, als hij naar de UK reisde? Kunnen we nog plekken terugvinden? Waren er misschien andere Nederlandse schrijvers of kunstenaars, met wie hij daar contact had? Dat het antwoord daarop een bevestigend ‘ja’ is, dat weet ik al. Maar tussen dat ‘ja’ en een verhaal dat ik vertellen kan zitten toch nog heel wat uren lezen, overdenken en schrijven. Dat sociale leven, de mensen en de plaatsen, is vraag vier over London.
Een leuke vijfde vraag: hoe leefde men in het victoriaanse Engeland? Waarmee werden Josua en zijn familie dagelijks geconfronteerd van, zeg maar, onderbroek tot beddengoed, van keuken tot salon? Van voordeur tot park? Van winkel tot kerk? Er liggen nu 3 stapeltjes bronnen op me te wachten. Romans van hedendaagse schrijvers, die het negentiende-eeuwse Londen tot hun onderwerp maakten. Verfilmingen van negentiende-eeuwse romans, waarbij regisseurs er een sterk punt van maakten om de tijd waarheidsgetrouw weer te geven. En tot slot: historici of auteurs die met liefde voor levende geschiedenis juist door herbeleving een periode onderzoeken. Ik heb altijd veel plezier gehad in het volgen van BBC-uitzendingen over het leven in periodes in de geschiedenis, van het lezen van historische romans, van historische herbeleving. Dat plezier komt me nu goed van pas.
Dus beste lezer, terwijl u misschien denkt: het is rustig daar in Z, waar zij zit te schrijven…. Valt mee, hoor! Er valt nog heel wat te ontdekken. En tja, er is ook nog een leven naast dit onderzoek. Dat vraagt soms ook met klem om tijd en aandacht.
Met het actieve schrijfwerk zal ik nu eerst wat andere categorieën op de website aandacht gaan geven, anders trekt de zaak wat scheef.
Met vriendelijke groet & tot een volgend verhaal.
*)The British Bee Hive, 1840, George Cruikshank. In: Jeremy Paxman, The Victorians. Britain through the paintings of the age. BBC Books 2009. pag163 en 42/43.
**) Het dagboek van Betje Boerhave 3, 1875. blz.54. Uitgave van de Stichting Museum voor het Kruideniersbedrijf te Utrecht.
***) Richard Beaton in Lewes, www.victorian-novels.co.uk . Deze site is wat heftig wat kleurstelling betreft, maar laat dat u niet van de wijs brengen. Er zijn schatten verborgen, of u nu online of ter plekke op speurtocht gaat.