De auteur Maarten Maartens had het liefst dat het publiek de mens Joost van der Poorten Schwartz niet kende. Als lezer en schrijfster respecteer en begrijp ik dat. Het privéleven is privé en wordt het liefst gescheiden van de schrijvende mens door het gordijn dat privacy heet. De man die uiteindelijk woonde in De Zonheuvel te Doorn met zijn vrouw en dochter, daar een teruggetrokken leven leefde en in zijn directe leefomgeving zijn bijdrage leverde om de levens van mensen draaglijker te maken, die man was niet de schrijver Maartens. Het was Maarten Maartens die zich daags na het ontbijt terugtrok in zijn bibliotheek om te schrijven en te lezen, hij was de man die af en toe naar Engeland of de VS reisde om onder vrienden en collega-schrijvers te zijn.
Maar toch.
Een kunstwerk, zoals een roman, wordt geboren uit de schrijvende hand en de creërende geest van een mens. Ook als die mens een creatie of alter ego is, zoals Maartens een creatie was van Van der Poorten Schwartz. Er is fantasie, er is plezier in het creëren van een nieuwe wereld met verse mensen in een roman of verhaal. Daarachter ligt de eigen wereld aan kennis, ervaringen, emoties, ideeën die via de schrijvende hand en die ene unieke persoon op papier terecht komt. Uniek in precies die ouders, geboorte- en woonplaats, dat genenmateriaal, die leefomgeving, karaktertrekken, voor- en afkeuren, smaak, enzovoorts. En daarbij staat die mens nooit op zichzelf alleen, al kan het leven nog zo eenzaam voelen. Ieder mens wordt geboren in het krachtenveld van haar/ zijn ouders, voorouders, familie en nakomelingen die op hun beurt ook weer vol zijn van ideeën, emoties, ervaringen en opgedane kennis. Een deel van dat pakket deelt een mens met tijdgenoten, op een bepaald moment of in een bepaalde periode in de geschiedenis of het heden. Een ander deel is uniek voor die ene mens in dit leven.
Wat Maartens als schrijver uniek maakte heeft zeker ook met dat geheel te maken. En ik werd domweg steeds nieuwsgieriger naar de mens Schwartz en de auteur Maartens. Zoveel van Europa’s bijzondere geschiedenis vond een invloedrijke plek in leven en werk van deze man. Het Oost-Europese jodendom, de nouveau riche van de Amsterdamse ondernemerswereld, de sociale kringen van het patriciaat, de opbouw van het verarmde Holland tot een opnieuw welvarende natie met hulp van o.a. Brits geld. De invloed van religie, de veranderingen in bestaande kerken, de opkomst van het Reveil. De rol die dit alles speelde in het veranderende Europa, waarin door pogroms ook nog eens een volksverhuizing van oost naar west plaatsvond die in de meeste steden de arme wijken vulde. Terwijl de industrialisering zorgde voor nieuwe rijken en nieuwe armen, zowel vrouwen als arbeiders bezig waren te emanciperen, vond dit alles een neerslag in literatuur en beeldende kunst. Een andere, nieuwe plek en nieuwe ideeën over wat kunst moest zijn veroverden eerst Frankrijk en daarna andere Europese landen, ook Nederland. Kunst was er niet meer om het bestaande te bestendigen, gevestigde ideeën te vertolken of romantisch te mijmeren in een andere verbeelde tijd of op een andere verbeelde plek, maar wees de weg naar een nieuwe manier van zien en kijken. Ook naar wat er grondig mis was in de levens van de lagere klassen en de plek die vrouwen (niet) in mochten nemen in de maatschappij.
In die eeuw waarvan Maartens de laatste 40 jaar meemaakte gebeurde ontzettend veel. Veel meer dan wat ik zelf ooit leerde op de middelbare school in de jaren ’70, namelijk dat vooral keurigheid en burgerlijkheid de toon zetten. Het was een eeuw waarin veel werd georganiseerd dat ook nu nog in onze levens een heel gewone plek inneemt en onze levens luxer en veiliger maakt dan dat van mensen eeuwen lang daarvoor. Het riool, de wc, het gasnet, elektrische verlichting, de infrastructuur van wegen en kanalen, de ontwikkelingen in de medische wetenschap, om er eens een paar te noemen. En ondertussen verschoven in Europa grenzen, waren oorlogen voor de meeste generaties de dagelijkse trieste orde en werd in ras tempo gewerkt aan nieuwe vormen van communicatie, een betere infrastructuur en meer rijkdom. En een deel van die rijkdom kwam terecht op het bord van een jongetje dat geboren werd in Amsterdam, in 1858. Deels omdat zijn moeders familie rijk was. Deels omdat met de opkomst van de industrie ook de verspreiding van boeken en verhalen industrie werd, de typemachine was uitgevonden en mensen smachtten naar leesvoer. Dat heeft hem geen windeieren gelegd.
In de familie van Joost Schwartz, zoals zijn naam in familiekring was, zijn veel van bovenstaande invloeden vertegenwoordigd geweest. Vanaf zijn conceptie en eerste ademteug was hij al geen gemiddelde Hollander. Zijn wortels reikten via zijn vader naar het jodendom, een traditie rijk aan verhalenvertellers. Verhalen over goed en kwaad en de mens die daartussen in zijn eigen leven een keuze heeft te maken, omdat juist het geweten ons als mens onderscheidt van het dierenrijk. De verhalen over G’d en mensen, met een rabbi of tzaddik als bemiddelaar daartussen, want hij heeft van lernen en de Tenach zijn leven gemaakt en kan zo van betekenis zijn voor de gemeenschap, waarin ieder mens al dolende zijn weg moet vinden in de heilige keuze tussen goed en kwaad, opdat de oudtestamentische G’d Zijn toorn niet zal doen nederdalen. Joosts vader Carl Schwartz was voorbestemd om rabbi te worden, maar toen hij de reis maakte van de sjetl in pools Pruisen naar het wereldse Berlijn liepen de zaken anders. De vader van de baby Joost was als jongeling in Berlijn tot de ontdekking gekomen dat de Messias door het joodse volk over het hoofd was gezien en bekeerde zich daar tot het Christendom. Zijn verdere leven wijdde hij zijn vele talenten aan het bekeren van zijn volk van geboorte (in die dagen was jood zijn niet slechts een religie, maar juist ook deel van een volk uitmaken. Joden hadden geen burgerrechten in de landen waar zijn zich gevestigd hadden.) Meer specifiek van de joodse gemeenschappen in Amsterdam, waar hij ook Nederlander werd, en Londen. Zijn werk was zijn roeping en daar moet je niet licht over denken. Na alles wat ik las en terugvond over deze vader kan ik niet anders dan denken dat hij voor zijn jonge kinderen misschien wat veel van het goede is geweest. Het lijkt erop dat Joost van zijn vader een intense religiositeit, een helder intellect en de gave om verhalen te vertellen meekreeg.
De moeder van Joost bracht financiële stabiliteit, enig creatief talent (ze danste en schilderde graag), een heleboel familieleden en een uitgebreid netwerk aan keurige contacten op niveau in het hoofdstedelijke milieu. Het familiefortuin was en werd verdiend in de bierbrouwerij door opa en oom, andere familieleden bekleedden vooraanstaande posities in het maatschappelijke leven. Over zijn moeder weten we helaas niet veel, al zijn er wat foto’s en brieven bewaard gebleven. Ze was in ieder geval geworteld in Hollandse kringen, niet meer piepjong toen ze de weduwnaar met twee zoontjes Schwartz trouwde en pittig genoeg om dat aan te durven. Samen kregen ze er nog vier, twee jongens en twee meisjes. Ik hoop maar dat ze haar biologische- en bonuskinderen liefde en stabiliteit heeft kunnen geven, naast een vader die zeer charismatisch en ambitieus was.
Vader en moeder, de eerste mensen die een klein kindje te zien krijgt na de geboorte en de eerste jaren de belangrijkste mensen in zijn leven. Over beiden wil ik graag meer te weten komen dan wat ik leerde in de jaren ’80 tijdens mijn studie. Dat zal veel gemakkelijker zijn dan toen, het internet heeft speurneuzen een stuk gemakkelijker gemaakt. Ik ben zo benieuwd hoe de biografie van deze interessante man in zijn literaire werk is doorgesijpeld. Maar ja, die privacy….
Het was Ian Buruma die me verloste van deze gewetensnood. Op zondagmorgen 27 augustus 2016 keek ik naar Boeken van de VPRO en Ian Buruma was te gast om te vertellen over zijn recent verschenen boek “Hun beloofde land, mijn grootouders in tijden van liefde en oorlog.” Hij wijdt onder het vertellen een aantal zinnen aan het publiceren van biografische feiten en brieven en de rol van privacy. Daarbij is hij kort en bondig: “het is geschiedenis geworden, het is ruim 100 jaar geleden. Het is ongelofelijk rijk en boeiend materiaal. ”
Precies, zo zit dat ! Ik ben verlost. En ga op zoek naar meer informatie over de geschiedenis van Maartens’ schepper. Voor meer boeiende verhalen en meer kennis en inzicht. Om te beginnen in mijn eigen boekenkast, maar zeker ook daarbuiten op het wereldwijde web, in Nederland en in London.
Kijk maar.
foto’s: de onderste door Hylke Faber, de middelste door auteur tijdens een bezoek aan de Cutty Sark in Greenwich, de bovenste door auteur dezes van een antiquarisch bemachtigd handgemaakt fotoboekje van het Maarten Maartenshuis.